Drs. P
Het is donderdag zes septmeber in het jaar des heres tweeduizendenzeven, en alweer een mooie dag in Amsterdam.
Daan en Luc, vervuld van blijdschap over hun samenzijn na zo lang in wederzijds gemis te hebben moeten leven, fietsen al keuvelend over de Herengracht.
Plotseling valt Luc stil. "Daan! Dat was Drs. P!" sist hij. "Daar op het terras?" antwoordt Daan. "Ja! Zag je dat dan niet? Hij glimlachte naar me. Wat moeten we doen?" "Wel," antwoordt Daan koel, "teruggaan en vragen of we aan mogen schuiven." Luc durft niet, en Daan stiekem ook niet maar hij volhardt. Kordaat stappen de twee richting het cafeetje op de hoek van de Herengracht met de Raadhuisstraat.
"Meneer Polzer, vindt u het bezwaarlijk als wij aanschuiven?"
Dat was het begin van waarschijnlijk de interessantste middag in Amsterdam tot dusver. Ruim een uur hebben Luc en ik gedachten uitgewisseld met Drs. P over poëzie, zijn werk en taal in het algemeen. "Ik zit hier een beetje college te geven, maar de Nederlandse taal is nu eenmaal mijn passie." Alsof wij zijn verhalen ook maar in de verste verte hinderlijk zouden zinden! Niets was minder waar.
Geweldig waren de prachtige verhalen over de oorsprong van 'Dodenrit', dichtvormen als het pantoum, het ollekebolleke en het onzijn en het hilarische verhaal over de aan zijn blokfluitclubje verknochte man door wie het voor meneer Polzer mogelijk was naar Jakarta te gaan.
Weinig mensen zijn voor Luc groter dan Drs. P, en als liefhebber van de Nederlandse poëzie kan ik niets anders dan dit beamen. Zanger annex performer in ruste, nog af en toe actief als dichter en onlangs 88 geworden blijft Drs. P een bezield verteller met een unieke kennis van het technische aspect van dichter.
Zoals gezegd, alweer een mooie dag in Amsterdam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten